zondag 30 december 2012

Hiiltribes...

Reeds meer dan 150 jaar geleden streken de eerste zogenaamde Hilltribes neer in het noorden van Thailand. Bijna elke bezoeker aan Thailand heeft de handwerkproducten van deze etnische groeperingen wel eens gezien of de in kleurrijke traditionele kledij gestoken bergbewoners ontmoet. Van oorsprong komen deze bevolkingsgroepen veelal uit China en ze zijn in de loop der jaren via Laos en Birma in Thailand neergestreken. Meo, Akha, Lahu, Lisu, Karen en Hmong zijn wel de bekendste groepen. De gezamenlijke stammen vertegenwoordigen inmiddels zo’n 350 duizend mensen en zijn niet meer uit Thailand weg te denken. De contacten tussen hilltribes en de Thaise bevolking heeft jaren op een heel laag pitje gestaan, mede veroorzaakt door het feit dat de hilltribes in afgelegen gebieden woonden. Hilltribes Het is nog niet zo heel lang geleden dat een plaats al bijvoorbeeld Mae Hong Son nauwelijks bereikbaar was. De hilltribes leefden lang in een gesloten gemeenschap en zijn de laatste 20 jaar pas echt in contact gekomen met de buitenwereld. Ook het toerisme heeft daar aan meegewerkt, hoewel dat ook weer ten koste is gegaan betreffende het verloren gaan van oude gebruiken. De Thaise koning heeft zich er voor ingezet om de hilltribes te stimuleren hun handwerkproducten te vercommercialiseren. Toch loopt het nog steeds niet van het bekende leien dakje met deze groepen en de Thaise bevolking. Het Thaise leger is op 28 december 2009 namelijk begonnen met de repatriĆ«ring van 4400 Hmong naar Laos. Internationaal bestaat de nodige bezorgdheid hierover omdat men denkt dat deze groep in het communistische Laos vervolgd kan worden. Tijdens de Vietnam-oorlog kozen vele Hmong toen de oorlog zich naar Laos uitbreidde de zijde van de Amerikanen. Ze werden bekend als ‘Amerika’s vergeten bondgenoten’. In 1975 kwamen de communisten in Laos aan de macht en namen velen de wijk naar Thailand. Dit land beschouwd hen nu echter als economische migranten zonder rechten op een vluchtelingenstatus. Kwo Min Tan Een heel andere groep met een politiek verleden is de Kwo Min Tan, de jongste hilltribes van Thailand. Deze groep streed onder leiding van de Chinese generaal Tsjang Kai Chek tegen de latere heerser van China en leider van de communistische partij Mao tse Tung. Nadat hij de slag verloren had vluchtte Tsjang Kai Chek in 1949 naar Taiwan en een aantal van zijn medestrijders onder meer naar Thailand waar ze zich vestigden in het plaatsje Doi Mae Salong. De weg er heen is adembenemend mooi. Vanuit Chiang Rai rij je richting Mae Sai (de grenspost met Birma) en na ongeveer 30 kilometer vlak na Mae Chan naar Mae Salong. Dagelijks is er een kleine markt waar je onder meer de daar geteelde koffie en thee kunt kopen. Als je de plaats bent uitgereden richting Mae Sai zie je aan de linkerzijde een mooi resort met een tegen de heuvels zeer fraai aangelegde tuin. Verder rijdend kom je langs veel kleine Akha nederzettingen. Mae Salong is de kleine omweg meer dan waard. Uiteraard moet je wel over eigen vervoer beschikken. ze zijn er beslist niet alleen in Thailand-maar dezelfde groepen, soms onder andere naam, zijn verspreid over heel Z.O.Azie, dus inkl. Laos, Vietnam, China/Yunnan en vooral Myanmar=Burma. Verder nog tot in India (die rare punt boven Myanmar) en wat plukjes in Nepal. Dat ”hand”werk komt voor meer als 90% uit kleine fabriekjes in Burma/Myanmar. De grootste groep (al strijden de geleerden wat of ze er nu wel/niet toe behoren) zijn de Karen, of Shan, die graag burgeroorlog met de Burmese regering doen en elke paar weken wel de Thais/Burmese grens oversteken. Hier in BKK zijn vrij grote grote groepen minderheden in de toeristenwijken, waar ze ook hun ”hand”werk proberen te slijten, vooral die kikkers met stok, die dan kwaakgeluiden doen. Veel minder bekend (en het kost wat trekwerk het eruit te krijgen) is, dat zeer veel van de werkers in goedkope guesthouses hier ook Burmees of karen zijn-dat zijn degenen die beter Engels kennen. Even een aanvulling op Doi Mae Salong en de Kwo Min Tang, eigenlijk is dit mijns inziens geen Hill Tribe. Het gaat voornamelijk om het 93e regiment van het Kwo Min Tang leger. Toen dit leger zijn meerdere moest bekennen aan Mao en zich overgaf, vluchtte het grootste gedeelte naar Taiwan. Er waren 3 divisies die zich weigerde over te geven en al vechten/ vluchtend terugtrokken door Yunnan naar Birma. Deze felle anticommunisten hebben in Birma nog een aantal jaren doorgestreden maar werden verjaagd. Door het opkomend communisme in de regio, bood de Thaise koning de groep asiel aan en konden ze zich vestigen op Doi Mae Salong. De thaise koning zag dat wel zitten een groep anticommunisten in deze gevoelige regio. Meer info is o.a. te vinden op Wiki. (http://en.wikipedia.org/wiki/Santikhiri)

Geen opmerkingen: